Lieve Lunah, ik vond het heel fijn om met jou te praten, ondanks dat ik het moeilijk vond om mijn kwetsbare kant te delen. En hoewel jij mij alle ruimte gaf, lukte het me niet goed om te vertellen wat ik wilde zeggen. Ik blokkeerde steeds omdat ik wist dat als ik iets aan zou halen, ik daar verder op in zou moeten gaan om duidelijkheid te creëren. Een duidelijkheid die ik zelf nog niet onder ogen wil komen. Ergens in mijn hoofd was ik ook bang dat je me zou veroordelen, hoewel schaamte een grotere rol speelde. Schaamte voor al wat ik niet heb kunnen doen om hem te stoppen, schaamte voor wat mij overkomen is, schaamte voor wat ik wél gedaan heb, schaamte om er vooruit te komen hoe hij mijn leven heeft beïnvloed en hoe dit nog steeds beïnvloed wordt door hem. Schaamte voor het verleden, maar ook voor het leven dat ik nu leid. Want hoe ik nu leef, is niet het leven waar ik altijd achter sta. Onzekerheid was ook een belangrijke factor die meespeelde. Ik was bang dat jij mij anders zou gaan zien in de negatieve zin van het woord. Ik ben me er inmiddels bewust van dat deze schaamte en onzekerheid nog altijd in mijzelf zit en dat ik dit projecteer op de buitenwereld. Dit is een gevoel dat na de verkrachting ontstaan is en in de loop der jaren versterkt is. De opmerkingen die je mensen te pas en te onpas hoort maken wanneer het gespreksonderwerp ‘seksueel geweld’ is dragen hier ook een steentje aan bij.
Hij duwt met zijn handen tegen mijn middel en tilt mijn benen op om ze te verleggen. Hij had meestal één been vast liggen en hij wisselde dit vrij dwangmatig af. Nu maakte hij ook mijn andere been vast door mijn enkel met een ijzeren ketting aan de tafelpoot vast te maken. Dan komt hij bij me zitten. ‘Ik heb zo mijn best voor jou gedaan,’ zegt hij. ‘Ik wil vaker van jou genieten. Het zou zonde zijn als ik dat niet zou doen. 'Je geeft me toch geen ongelijk,’ zei hij op een niet vragende manier en hij streelde zijn vingers over mijn buik naar beneden. Ik was zo misselijk en wilde weg. Ik wilde vechten, vluchten, schreeuwen, schoppen, ik wilde alles doen om hem te stoppen. Ik had moeten blijven proberen om los te komen. Maar met zijn inmiddels naakte lichaam tegen mijn naakte lichaam aan wist ik niet meer wat ik moest of überhaupt kon doen. Ik bevroor.
De meeste mensen denken dat ze zelf controle hebben over wat ze doen, en dat ze kunnen kiezen hoe ze reageren wanneer ze in een gevaarlijke situatie terechtkomen. Door die illusie van controle beoordelen omstanders de overlevingsreacties van slachtoffers vaak verkeerd. De realiteit is echter dat ieder mens hetzelfde op onmiddellijk gevaar reageert: zonder nadenken, op een instinctieve manier. Nadenken kost namelijk tijd, en tijd is kostbaar in een levensgevaarlijke situatie. We hebben onze reflexen gekregen om ons vliegensvlug te kunnen beschermen tegen gevaar. In situaties waarin je moet overleven, denk je juist niet na, en reageer je doorgaans reflexmatig en automatisch, vooral als het gevaar heel dichtbij is, zoals bij seksueel geweld.
Het gedicht dat ik na onze wandeling van jou kreeg was bijzonder voor mij. Het deed me realiseren dat het goed geweest was om jou in vertrouwen te nemen, Lunah. Het onderstaande gedicht heb ik voor jou geschreven. De voorzichtigheid waarmee jij mijn pijn bespreekbaar blijft maken voelt fijn en er is iets in mijn verhaal dat een stukje van jou aanraakt. Hierdoor vroeg me af hoe jouw leven is verlopen. Maar het feit dat ik me aan jou blootgeef, betekent niet dat jij dit ook naar mij zou doen. Ik deed een poging en ik vroeg jou of wij raakvlakken hadden. Jouw antwoord hierop was dat jij niet meegemaakt had waar ik door heen ben gegaan, maar bepaalde uitspraken, gevoelens en emoties goed kon plaatsen door hoe het leven jou getekend heeft. Ik heb vanaf de zijlijn jouw ziekte meegemaakt. Zou je me willen vertellen over de impact die de kanker heeft op jouw leven?
Reactie plaatsen
Reacties